

Mijn werkplaats bevindt zich niet tussen vier muren, maar in het landschap dat het collectieve geheugen is, waarin wij mensen ons bewegen.
Achter het Gentse gerechtsgebouw zet ik een actie op, op een plek waar het stadsbestuur de toelating gaf om een nieuwe wijk door projectontwikkelaars te laten tekenen. De biodiversiteit van een gebied wordt beschermd door ergens een stukje te omheinen en de natuur haar gang te laten gaan. Mijn actie verloopt op eenzelfde manier: ik bouw een doorzichtige ruimte die drie op vier meter openbare ruimte occupeert en geef die terug aan gebruikers ervan. Een gedeelde plek waar je ongekenden kan ontmoeten.
Toen bleek dat mensen er gretig gebruik van maakten, bouwde ik beetje bij beetje verder. Sporen van overnachtingen motiveerden om een vloer te leggen. Toen de vrieskou opstak, kwam er een verwarmingskachel met een tafel. Voor anderen, zoals Mourat, Eco of Botev, is het een plaats om samen te zitten, te schuilen en te wachten.
Na enkele weken zag ik hoe de doorzichtige ruimte door verschillende groepen geclaimd werd. In januari kreeg ik plots telefoon: ‘Meneer, uw huis staat in brand!’ Na een rondvraag in de buurt werd er besloten om de actie stop te zetten.
Van begin september tot half januari had ik een gedeelde werkplaats waar ik ongekenden kon ontmoeten.

